REPORTAGE
Verschenen in Décors
Tekst: Philip Willaert • Foto's: Karel Moortgat
Rendez-vous met de geschiedenis
In het Spaanse kwartier in Veurne restaureerde interieurarchitect Frank Sinnaeve een woninkje uit de zeventiende eeuw. Als ‘regisseur’ gaf hij het eigentijdse wonen een meesterlijk kader met de geschiedenis als decor. Klaar voor de uitdagingen van het leven.
Sinnaeve is niet de man van het grote gebaar, hij draagt geen sterdom, blijft bescheiden, maar levert keer op keer pareltjes af. Het is altijd fijn hem te ontmoeten, meestal is er tijd te kort. Zeker als het gaat over architectuur, de mystieke en beeldende werking van het licht en de band met het leven. “Architectuur is geen wereldvreemd gebeuren”, weet hij. Die band voelt Sinnaeve sterk aan. Hij beseft dat hij zich niet bevindt in de metafysische tijd en dat het volle leven zich elke dag voor hem ontplooit. Uit zijn mond rollen geen wollige theoriën eerder pragmatiek, oprechtheid, speelsheid. Geef hem een ruimte zo groot als een zakdoek en de interieurarchitect brengt er uitnodigend leven in. Ruim vijfentwintig jaar weet hij op die manier elk project – klein en groot – te begeesteren. Sinnaeve legt de lat zeer hoog om tot de basis te komen van het wonen en werken. Ooit beschreven we Sinnaeve als de Mondriaan onder de interieurarchitecten.
Niet zonder reden. Mondriaan vertrok van de natuur om te belanden in een abstract evenwichtig spel van lijn vlak, kleur en volume. “Voor mij is dat de basis van alles", riposteert de prille vijftiger. Het huisje in het Spaans kwartier in Veurne onderging eveneens een Mondriaanse behandeling. Met licht en ruimte schiep hij een treffende en uitdagende woonambiance.
Een algemeen zicht op de woonruimte met een deurloze opening naar de keuken/eetkamer. De overgang vormt een rustteken in de woonambiance.
Ragfijne lichtlijn
De interieurarchitect had aan dit project meer dan de handen vol, niet dat het bouwvallig was, maar de architect die het in de jaren tachtig op de gelijkvloerse verdieping verbouwde, had de woning niet begrepen. Bijna ongehoord breidde hij er een stuk banaliteit aan en vernielde daardoor met de botte bijl de authenticiteit van het historisch monument. Het lijkt wel of de context van het Spaans kwartier hem volledig was ontgaan. Dit fraaie en rustige stadsgedeelte ontstond in de zeventiende eeuw toen Spaanse garnizoensoldaten in Veurne nog grote sier maakten.
Sinnaeve ontwikkelde een nieuwe ruimtelijke syntaxis, koesterde de geschiedenis en liet zich tegelijk leiden door zijn intuïtie. Zo verlegde hij de circulatie en trok hij duidelijke begrenzingen. In de inkomgang op de begane grond installeerde hij een witte zwevende trap en amputeerde hij een deel van de later ingevoegde wenteltrap. De nieuwe trap zet bij het binnenkomen meteen de sfeer en wekt hedendaagse transparantie tot leven. Sinnaeve laat de treden klimmen van de zuidkant naar de noordkant en nodigt de aanwaaiende bezoeker uit om de gang, hoe smal ook, in zijn volheid te ervaren. De nieuwe circulatie heeft de uitwerking van een kleine ‘reis’. De inkomhal onderlijnde Sinnaeve met een ragfijne lichtlijn, een beeldend biesje licht die de muurvlakken laat zweven, ze losweekt en de anders zo banale ruimte een sterke spankracht verleent. Het zijn dergelijke elementen die attenderen wat licht met architectuur vermag.
Transformatorbakjes
Op de eerste verdieping bevindt zich het eigenlijke woongedeelte. Voor dat deel werd de stalen spiltrap behouden. De woonkamer toverde de interieurarchitect om in een aangename leefruimte waarvan hij het ritme van de kleine ramen een authentieke sfeer neerzet. Sinnaeve jongleert met sterke contrasten. Zo speelt hij de sneeuwwitte gietvloer op een zwevende chape uit tegen de robuuste olmenhouten zoldering. “Olm was vroeger het eik van de armen”, weet de interieurarchitect als toemaatje. “Ik vind het heerlijk om hier te kunnen werken met een houten plafond versus sneeuwwitte vloer. Doorgaans is het net omgekeerd.” Aan de wand installeerde hij wentelbare spots in een eenvoudig frame, de zwart gelakte transformatorbakjes zijn goed zichtbaar, ze hebben iets robuusts passend bij het rustiek kader van de woonkamer.
Dagkanten
Wat maakt een interieurarchitect tot interieurarchitect? Dat zien we bijvoorbeeld aan de elegante oplossing die Sinnaeve gaf aan het bureaublad door de massieve trapleuning te laten overvloeien in een groot werkblad. Een constructie waarvan hij en de huissmid van Sinnaeve alleen het geheim kennen. Op deze reis door het heden en verleden zijn het precies deze details die het ontwerpen tot een feest maken. Verwarring en begeestering maken zich van ons meester. Vanuit de woonkamer ontvoert het zicht op het historisch centrum onze blik via de openslaande deur in de keuken. De afgeschuinde dagkanten lokken ons naar het terras annex keuken. Een heerlijke buitenruimte, uitkijkend op het Spaanse deel van de stad en met zicht op ruisende groene tuinen. Het hele project is uit eenvoud gehouwen. Geen tierlantijntjes of opulente luxe. Helemaal niet. De keuken schittert door zijn zuivere lijnvoering, door de werking van indirect kunstlicht die, jawel, de muurvlakken laat zweven, diepte en gewichtloosheid genereren. In het centrum een heerlijk kookeiland van witte graniet met eromheen praktische kasten. Koken laat zich in deze context verheffen tot een levensgenietend festijn.
‘breukvlakken’ in de trapopbouw maken deze woning beeldend. De zwevende trap gaat afgelijnd over in een spiltrap die het woonkader vreugdevol verzamelt
Verknipt licht
Met de spiltrap reizen we verder naar het hogere en hebben we alweer een tastbaar rendez-vous met de geschiedenis. De oude olmenhouten dakstoel markeert de slaapkamer onder de dok. Ook hier treffen we eenvoudig comfort. Een dressing, een sanitaire cel met toilet, alles zo georganiseerd om in een zoete berenslaap te vallen. Bij dageraad en volle zonneschijn gluurt het weelderige groen en de rijke geschiedenis naar binnen. Alles in deze omgeving is op mensenmaat gebouwd. Dat maakt dat Veurne een aantrekkelijke woonbiotoop vormt. Geen grootstedelijk gedruis, wel een woonkwaliteit met stilte-en rustmomenten. Architectuur lijkt maar wat veel op taal met ingebouwde rustpunten zoals de kleine maar lichtrijke hal voor de openschuifbare satijnzwart geschilderde slaapkamerdeur. Het dakraampje in de schuine helling, vlak boven de trap, giet het daglicht naar beneden dat zich laat verknippen door de stalen traptreden. Tegelijkertijd daagt het fraaie zicht op de omgeving het oog uit. Bijna onnodig te zeggen dat deze op maat gesneden architecturale visie geen routine werk is. Het plezier om telkens weer een woonstructuur te bedenken schept vreugde en plezier in het ontwerpen. Dat zie je, dat voel je, dat beleef je. De immer gebalanceerde maatvoering, contrasten, begrenzingen, doorkijkjes, het spelen met oud en nieuw, laten zich welvoeglijk bedwingen door de hand en het oog van de ontwerper. Frank Sinnaeve creëerde niets anders dan de scène voor het theater dat leven heet.
Maar ook dit: op deze twee woonverdiepingen vergeet je in een klap de architecturale misstap op de gelijkvloerse verdieping. De schuimende Omer op het intieme terrasje, na de reis door tijd en ruimte, smaakt goddelijk bij valavond temidden van omritselend groen. Aan de hemel glinstert de Grote Beer en knippert met regelmaat rood lamplicht van een voorbijtrekkend vliegtuig.
De trapleuning plooit zich moeiteloos om tot een handig bureau. Een dunne lenige lamp boven het bureau (Oty light) maakt het geheel compleet. Het plafond van olm vormt een heerlijk warm contrast tegenover de elastische veerkracht van de witte gietvloer
De woning heeft een opmerkelijk trappenspel. De foto onderlijnt de vormen, de smeedijzeren leuning is een heerlijk detail die je bij de hand neemt.
Zwevende trappen (Egger, Solid Weiss, massief) geven een aangename lichtheid aan de woning, ook al door het contrast met de zwarte wand van matzwart gelakte acrylaat muurverf
De slaapkamer oogt sober hedendaags maar het dakgebinte memoreert tijd en geschiedenis.